KATTENGEDICHTEN 14

Raadsels

In haar hok zat willemijntje,

't was een heel erg lief konijntje,

dat de dieren van de straat,

raadsels opgaf 's avonds laat.

Achter hoge, hoge bergen,

zei ze, leven zeven dwergen.

En welk meisje woont daar dan?

't zal roodkapje zijn zegt Twan.

Het konijntje wilde weten,

wie er toch werd opgegeten,

door die wolf? ik raad het zo,

lachte Twan: Pinocchio!

Raad eens... knibbel, knabbel, knuisje,

o, wie eet van dat huisje,

nu alweer een hele poos?

Ha ! zei Karel, Sam en Moos!

't Glazen muiltje... laat eens horen,

wie heeft dat ook weer verloren?

En de hond van hier waak ik

blafte: Dat was Dikkie Dik!

En wie sliep er honderd jaren

waar die hoge heggen waren,

vol mer doornen bovendien?

Meneer Aart! riep Rooie Sien.

Het konijn begon te klagen:

'zijn toch makkelijke vragen.

Is er dan geen enkel beest

naar een goeje school geweest?

© Willem Wilmink

Een brilletje ?

Een poesje uit maastricht,

kon niet zo goed zien en had weinig zicht,

Op school viel het op en begonnen de brokken,

Als hij een zinnetje lezen moest, ging hij gokken.

Want hij kon wat op het bord stond niet zo goed zien,

Hij dacht als ik het ga gokken is het wel

goed misschien.

Maar de juffrouw had het kleine poesje door,

Ze zei tegen hem, "misschien moet je wel een

brilletje van oor tot oor

Met een brilletje ben je vast een hele piet

Zeker weten dat je dan veel meer ziet!"

Het poesje keek heel verbaast de juffrouw aan,

Dat leek hem maar niets, hij had nog nooit een

poesje met een bril over straat zien gaan.

De juffrouw belde naar de ouders om te vertellen

dat het poesje niet goed kon zien,

Toen het poesje thuiskwam zei zijn mams

dat hij de oogarts moest zien,

"Nee" zei het poesje met zij sterke willetje,

"Ik wil absoluut niet naar de oogarts en zeker

geen brilletje."

Maar het poesje moest luisteren ma 's wil was wet,

Hij had de keuze naar de oogarts of de hele

week om zes uur naar bed.

Hij koos er toch maar voor om de oogarts te zien,

ze gingen de volgende dag, het was  rond een

uur of tien.

De oogarts had vrij snel het poesjes oogjes gekeurt,

"Tja" vertelde hij, "je moet een brilletje, wil

je hem gekleurt?"

"Nee" zei het poesje "voor een brilletje heb

ik geen wensen,

Als ik toch iets moet om beter te kijken mag

ik dan  lenzen?"

De oogarts keek de moederpoes aan,

En sprak: "tja ik heb eigenlijk nog nooit een poesje

meteen brilletje over straat zien gaan,

Het is ook heel lastig te bevestigen achter de oren,

En als een pootje van het brilletje per ongeluk in zijn

oortjes prikt, kan hij niets meer horen."

Nou zegt moederpoes tegen het poesje deze keer

voldoe ik aan je wensen,

Jij krijgt van mama lenzen.

© Bosnimfskattenkolder

Poezenland
 

Ga je gezellig mee naar poezenland,

dan gaan we lekker graven in het zand.

of heerlijk hangen in een dik gordijn,
of rijden met de poezentrein.

Elke avond hebben ze daar reuze pret

en je hoeft er lekker nooit naar bed.

o het lijkt me toch zo reuze  fijn

om in poezenland te mogen zijn.

Ik las laatst in de poezenkrant

van de verre reis naar poezenland.

al varend met de poezenboot,

 lekker zwaaiend met je poezenpoot.

O,wat heerlijk zou het toch zijn

om in poezenland te mogen zijn.

wil je ook mee naar poezenland?

Kom dan gaan we samen hand in hand.

© Bosnimfskattenkolder

Slapen

Bokken slapen in hun hok,
kippen slapen op hun stok,
koeien slapen in de stal,
maar een poes slaapt overal.

Onder 't grasveld slaapt de mol,
het konijn slaapt in zijn hol,
duiven slapen in hun til,
maar een poes slaapt waar ze wil.

Vliegen slapen aan 't plafond,
onder tafel slaapt de hond,
luizen slapen in je haar,
maar een poes slaapt hier en daar.

Kraaien slapen in hun eik, 
Beatrix op Soestdijk,
boeren in de boerderij,
maar mijn poes heel dicht bij mij.

Vissen

Er was er eens een poesje mauw
dat wel een visje eten wou
ze zocht er langs de vijverrand
door het ganse land
en wie zat er in het gras,
als dat de visser niet was

De visser zei:"lieve poesjelien,
jouw heb ik hier nog nooit gezien"
wil jij me soms iets vragen?
het poesje bleef bedremmeld staan
en keek hem met grote ogen aan
"kom, zei de visser toen tevree,
neem dat mandje nou maar mee
loop door de lange schaduwlaan
waar hoge populieren staan
naar janssens boerderij,
daar ga je aan voorbij
tot aan het meer waar mensen vissen,
je kunt het gewoon niet missen
de lekkerste vissen van het land,
dan heb je gauw een volle mand.

Ga nu gauw, je zult het zien,
als je vlug bent poesjelien
zul je beladen huiswaarts gaan
voor de sterren aan de hemel staan
en zo snel als het licht
verdween het poesje uit het zicht.

Nou je begrijpt het wel, op een draf
ging het poesje erop af
langs de populierenlei
aan janssens boerderij voorbij
ze zag die grote vijver daar
met sappige vissen, ja echt waar
heel veel vissen te over
zwemmend tussen het groene lover.

Poesjelien vond er de schat,
waar de visser over gesproken had
ze pakte en pakte maar
en de mand vol vis werd zwaar
toen het poesje mauw
eindelijk terugliep naar westerwouw
in het laatste licht van de zon,
was ze zo moe dat ze niet meer kon.

In de schemering kwam ze thuis
en bij de deur van haar kleine huis
werd ze begroet door joppie, de hond,
joppie sprong blij als een dolle in het rond
zo blij was hij om poesjelien 
eindelijk weer thuis te zien.

Herfst in poezenland

Het is herfst in poezenland
regen en storm word voorspeld het
staat in de poezenkrant,
De bomen zijn er heel mooi met goud
gele bladeren
je kunt er heerlijke warme poezenbedjes
van maken,
ze zijn er over aan het vergaderen,
Want de regen en storm komen eraan,
Dus moeten er een aantal poezen
aan het verzamelen gaan.

De poezen in poezenland die worden uitgekozen
doen het met plezier,
In poezenland zijn ze niet lui er
is liefde voor elk dier.
En waaien de bladeren weg ,of worden
ze nat,
Dan is dat een ramp voor elke kat.
Alle katers in poezen land zouden er smiddags zijn,
de bladeren worden opgeslagen in de poezentrein.

Dan mogen alle poezenkinderen er in spelen,
dat is goed voor de mandconstructie en kunnen
de bladeren zich delen.
De poezenkinderen vinden het reuze fijn ,
elke herfst kijken ze uit naar het spelen
in de poezentrein.
Ook de beste  paddenstoelen worden bij
de bladeren gegooid
Daarmee word de mand opbouw voltooid

Gelukkig loopt altijd alles in poezenland
zoals het moet,
Iedereen doet er zijn werk en doet 
altijd alles goed
Na het spelen van de poezen in de poezentrein
is iedereen tevree,
want de poezenmanden zijn af en iedereen
krijgt er eentje mee.
Laat de storm en regen nu maar komen
In poezenland zijn weer heerlijke
warme manden om in weg te dromen.

Na zo'n werkdag in het jaar is het in
poezenland weer feest,
Dat  de mandjesoogst gelukt is en  weer
is geweest.
En ook deze avond in poezenland
dansen alle poezen hand in hand
De poezen burgermeester danst de horlepiep
En zwaait z'n vrouw over zijn schouders met
een grote zwiep.

Alle poezen dansen hand in hand
rond om de  burgermeester van poezenland
De hele nacht gaat het er plezierig aan toe
 je hoeft  nooit naar bed en je word er ook nooit moe
In poezenland is het elke dag een reuze  feest
waarom ben  jij er nog nooit geweest?

© Bosnimfskattenkolder